‘S ochtends aan het ontbijt zeg ik tegen mijn dochters; “beetje tempo want ik moet op tijd weg”. “Wat ga je doen dan mam” vraagt mijn dochter van 7. Ik ga met iemand praten van PSV. “Ow echt?! Kan je papa niet mee nemen? Want die houdt zo van PSV” dankbaar ben ik voor haar vraag, dat ze ondanks papa en mama niet meer bij elkaar in 1 huis wonen, ze wel beide werelden mee durft nemen in deze huizen. Onze gezamenlijke support in haar unieke ontwikkeling. De meiden zijn onder de indruk van mama’s bezoek aan PSV, dus maken vaart. We zijn vroeg de deur uit, kids zeggen vrolijk gedag en ik vertrek naar de Herdgang, het trainingscomplex van PSV.
Maar dan…
Ik ben te laat voor de afspraak… shit, hoe kan dat nou, ik ben toch op tijd vertrokken. Ik ken de omgeving, maar blijkbaar heeft de gemeente besloten om hier en daar eenrichtingsverkeer in te voeren. Ik betrap mezelf gelijk op mijn aanname dat wat altijd zo was, niet hoeft te betekenen dat het nu nog zo is. Dat de weg die ik altijd ging, soms niet meer de weg is die leidt tot mijn doel. Onderweg probeer ik de assistente van Ernest Faber te bellen, een vriendelijke open vrouw die met mij de afspraak heeft ingepland. Geen gehoor helaas, dan maar gauw verder.
Eenmaal op de Herdgang zoek ik naar de parkeerplaats waar ik moet zijn, vlot gevonden loop ik naar een gebouw wat tussen de trainingsvelden ligt. Deur op slot…. Nog meer vertraging. Ik zie iemand met kratten buiten, ik spreek hem aan en zeg dat ik een afspraak met Ernest Faber heb, dat de voordeur dicht is en of hij me kan helpen waar ik moet zijn. De vriendelijke man maakt nog even af waar hij mee bezig is en leidt me dan door naar het kantoor van Ernest Faber. Onderweg kom ik door de kantine, keukenpersoneel is druk met voorbereidingen. Mijn weg vervolgend zie ik verschillende kantoren, allen van transparant glas. Het valt me op hoeveel jonge mensen (ik schat tussen de 20 en de 30) er met een gedisciplineerde houding al keihard aan het werk zijn. Dit was bij verschillende werkgevers uit mijn arbeidscarrière wel anders. Vervolgens loop ik voorbij een kantoor waar een groep mannen in trainingspakken met elkaar aan het vergaderen zijn, ik neem aan dat dit trainers zijn. Ai…weer een aanname. Hoe dan ook, door het plaatje van iedereen in hetzelfde pak voel ik gelijk de samenhorigheid van deze groep.
Dan volgt het kantoor van Ernest Faber. Ik stel me voor en verontschuldig me voor mijn te laat komen. Dhr. Faber vraagt me wat ik wil drinken. Kopje thee, gewone of groene? Groene uiteraard, gezondheid is hier op zijn plaats! Vervolgens geeft Faber aan dat we aan tafel kunnen zitten of in een zitje voor het raam. Ik vraag hem of hij voorkeur heeft, hij legt de keuze terug bij mij, ik ben gast. Ik voel de openheid en kies voor het zitje voor de raam. Vier lage fauteuiltjes en een klein tafeltje in het midden. Ik vraag me ondertussen af wat voor gesprekken hier nog meer plaatsvinden. Niet wetende dat ik later in het gesprek daar positief door verrast wordt.
Als Faber terugkomt met de thee ben ik me nog steeds schuldbewust van mijn te laat komen. Ik voel de behoefte nog even kort hierover iets te zeggen en draai daarmee het verhaal dat je niet zomaar binnenkomt op het complex. Faber vertelt dat ze voor iedereen open staan, het gebouw heeft daarom ook een transparante vormgeving, maar dat ze helaas ook wel eens ongewenst bezoek kregen en omdat ze de verantwoordelijkheid voor kinderen hebben hier zorgvuldig mee om willen gaan. Zorgvuldig met kinderen omgaan
vind ik een mooie start van ons gesprek.
Ik vraag wat Faber weet van de reden van mijn komst. “Hans van Breukelen heeft je doorverwezen en de rest vertel je me vast zelf”, is zijn antwoord. Ik besef me dat ik enorme mazzel heb dat Hans van Breukelen het mij gunt om te leren van deze topclub.
Ik vertel dat ik nu 15 jaar werk met kinderen, jongeren, ouders en hun omgeving. Dat ik ontdekt het dat systemisch werken noodzakelijk is als je iemand in zijn of haar doel vooruit wil helpen. Bij talentontwikkeling kan en mag je de omgeving niet vergeten of uitwissen. Sterker nog, de omgeving is van invloed in het succes. Naast het gezin is het onderwijs zo’n belangrijke beïnvloeder voor het succes van kinderen. Ik zie nog te vaak dat deze beïnvloeding het tegenovergestelde bereikt. Talenten van kinderen blijven onbedoeld op de plank liggen, er gaat veel energie naar het aanpassen aan het systeem, wat vaak voor gedragsproblemen zorgt en er van échte ontwikkeling nog weinig sprake is. Dit met alle gevolgen van dien. Oók voor de leerkracht. Ze kunnen hun visie op kwalitatief goed onderwijs niet naar behoren uitvoeren, met frustratie en overbelasting tot gevolg. Je kunt het de leerkracht niet kwalijk nemen dat het ziekteverzuim hoog is.
Ik wil me inzetten voor een innovatie in het onderwijs om een stimulerende omgeving voor kinderen én leerkrachten te creëren. Ik ben van mening dat de topsport hier al veel verder in is. Ik wil graag leren van wat de jeugdopleiding van PSV doet, om daarmee de vertaalslag naar het onderwijs te kunnen maken.
Faber lijkt na mijn introductie geraakt in zijn ervaring m.b.t. onderwijs. Hij vertelt enthousiast over de internationale school, waar zijn kinderen onderwijs kregen. Hij vertelt dat ze daar door het hanteren van kleine klassen en meer mankracht in de klas, goed kijken naar de kernkwaliteit van het kind. Íeder kind heeft daar een voorbeeldfunctie voor de rest. Door te werken vanuit de kernkwaliteit van het kind, bouwt het kind zelfvertrouwen op en ligt er een basis om zich ook op andere vlakken te ontwikkelen. Een actieve samenwerking met ouders, wat een voorwaarde is om daar onderwijs te volgen, zorgt voor verbinding tussen school en thuis, waardoor een betere samenwerking mogelijk is.
Faber vertelt over zijn dochter die in groep 6 of 7 de prognose mavo kreeg. Faber en zijn vrouw zagen thuis dat ze intellectueel talentvoller was als het toekomstbeeld wat school schetste. Ze gingen hierover in gesprek met school. Je kan tenslotte niet verwachten dat school alles ziet. Indien een kind zich wel thuis laat zien, maar niet op school is de samenwerking met ouders essentieel voor een acceleratie in talent. School pakte het verhaal van de ouders op en zijn zich opnieuw gaan richten op de kernkwaliteit van hun dochter, lezen. Dit had ook rennen, rekenen of sociale omgang kunnen zijn. Door lezen in te zetten als middel, en haar hier verder in te laten ontwikkelen, waarbij ze tegelijkertijd andere vaardigheden trainde (ze moest bijvoorbeeld lesgeven over lezen in lagere klassen), groeide haar zelfvertrouwen en had dit direct positief effect op andere leergebieden. Hun dochter ging op het voorgezet onderwijs naar het VWO, heeft deze succesvol afgerond en volgt nu een universitaire studie.
Het verhaal van Faber raakt mij persoonlijk, ik herken het proces bij mijn eigen dochter die nu in de bovenbouw van het basisonderwijs zit. Het is daarnaast ook een bevestiging van mijn beeld over onderwijs.
Na een tijd gesproken te hebben over Faber zijn persoonlijk ervaring met onderwijs, talent en succes stappen we in ons gesprek over naar de formule van de jeugdopleiding van PSV. Ik neem jullie mee in hoe de formule van betekenis kan zijn binnen ons reguliere onderwijs.
“Bewustwording en zelfregulerende vaardigheden zijn de belangrijkste ingrediënten zijn voor succes.”
Aldus Faber.
Bij Jong PSV hebben ze een systeem ontwikkeld waarbij de speler in het midden staat met een team van (interne en externe) specialisten om zich heen. Faber laat mij het model zien, waarbij opvalt dat naast fysieke en technische factoren er aandacht is voor lifestyle en mentale factoren. Ook plezier en concentratie krijgen een evenredig deel in de cirkel. Faber noemt het twee sturen, die de speler zelf in de hand heeft. “Dat doe je met fietsen ten slotte ook. Maar ook al kan ik fietsen, ik val er ook wel eens van af. Dan heb ik mijn familie nodig die me opvangt en me weer die fiets op helpt”.
Ik ben geïnteresseerd in het model. Fysiek, medisch, tactisch, technisch, daar kan ik me (hoewel ik echt weinig verstand van voetbal heb) wel iets bij voorstellen met topsport. Hoe zit het met lifestyle, mentaal en teamontwikkeling? Faber vertelt dat ze spelers leren bewust te worden van zichzelf. “Iedereen kan omgaan met spanning, zolang je weet hoe je in elkaar zit en hierop reageert”. Zo leren ze bijvoorbeeld spelers te ontspannen, te visualiseren, hun rol in het elftal te ontdekken. Ter ondersteuning gebruiken ze hier persoonlijkheidstesten voor.
Interessant… dus je persoonlijke ontwikkeling is van invloed hoe je omgaat met weerstand die je tegen komt in je weg naar succes en dus van invloed hoe je succes tot uiting komt. Die visie spreekt mij als master pedagoog wel aan.
Spelers krijgen bij binnenkomst (zijn dan een jaar of 10/11) een begeleidingsboekje wat ze bijhouden om meer over zichzelf te ontdekken en te ontdekken wat nodig is in de route naar topspeler bij PSV.
“Wat hierbij helpt is dat we terug redeneren, het doel om in het 1e van PSV te komen is voor iedereen gelijk. We redeneren per leeftijdscategorie terug naar wat er dan nodig is aan houding, vaardigheden, kennis etc. om daar te komen. Om te monitoren hanteert de jeugdopleiding een lijst met drie kolommen; Typering, beschrijving en gedrag.
“Zo kunnen we inzichtelijk maken voor kinderen, ouders, trainers etc. wat nodig is om te komen tot doelen. Ook als is het doel nog ver weg. Dit gedrag is meetbaar. We meten kinderen niet gelijk in prestaties, wel op gedrag en voortgang. We filmen kinderen, om vooruitgang te kunnen meten, dat vinden ze zelf ook heel leuk om te zien.”
“Het doel van onze middelen is het ontwikkelen van zelfregulerende en zelf organiserende vaardigheden van kinderen. Dit is niet iets wat ze kunnen, nee dit moeten we ze leren. En dat leren we ze alleen door ook onszelf door te ontwikkelen.” Daarover straks meer. “Om dit voor elkaar te krijgen is het noodzakelijk dat er sprake is van intensieve begeleiding.” Als ik doorvraag op wat er hierin het meest belangrijk is, komt dat iedere keer op hetzelfde antwoord;
AANDACHT EN INTERESSE!
Omdat het zo belangrijk is dat kinderen op alle gebieden op de juiste wijze support worden werkt PSV in de driehoek club, ouders, school.