Blogopmaak

De jeugdopleiding van PSV, een inspiratie voor kampioenen in het onderwijs?

Rianne Smits

De jeugdopleiding van PSV, een inspiratie voor kampioenen in het onderwijs?  
In gesprek met Ernest Faber over de kracht van aandacht en interesse in het leveren van topprestaties.

‘S ochtends aan het ontbijt zeg ik tegen mijn dochters; “beetje tempo want ik moet op tijd weg”. “Wat ga je doen dan mam” vraagt mijn dochter van 7. Ik ga met iemand praten van PSV. “Ow echt?! Kan je papa niet mee nemen? Want die houdt zo van PSV” dankbaar ben ik voor haar vraag, dat ze ondanks papa en mama niet meer bij elkaar in 1 huis wonen, ze wel beide werelden mee durft nemen in deze huizen. Onze gezamenlijke support in haar unieke ontwikkeling. De meiden zijn onder de indruk van mama’s bezoek aan PSV, dus maken vaart. We zijn vroeg de deur uit, kids zeggen vrolijk gedag en ik vertrek naar de Herdgang, het trainingscomplex van PSV.

Maar dan…

Ik ben te laat voor de afspraak… shit, hoe kan dat nou, ik ben toch op tijd vertrokken. Ik ken de omgeving, maar blijkbaar heeft de gemeente besloten om hier en daar eenrichtingsverkeer in te voeren. Ik betrap mezelf gelijk op mijn aanname dat wat altijd zo was, niet hoeft te betekenen dat het nu nog zo is. Dat de weg die ik altijd ging, soms niet meer de weg is die leidt tot mijn doel. Onderweg probeer ik de assistente van Ernest Faber te bellen, een vriendelijke open vrouw die met mij de afspraak heeft ingepland. Geen gehoor helaas, dan maar gauw verder.

Eenmaal op de Herdgang zoek ik naar de parkeerplaats waar ik moet zijn, vlot gevonden loop ik naar een gebouw wat tussen de trainingsvelden ligt. Deur op slot…. Nog meer vertraging. Ik zie iemand met kratten buiten, ik spreek hem aan en zeg dat ik een afspraak met Ernest Faber heb, dat de voordeur dicht is en of hij me kan helpen waar ik moet zijn. De vriendelijke man maakt nog even af waar hij mee bezig is en leidt me dan door naar het kantoor van Ernest Faber. Onderweg kom ik door de kantine, keukenpersoneel is druk met voorbereidingen. Mijn weg vervolgend zie ik verschillende kantoren, allen van transparant glas. Het valt me op hoeveel jonge mensen (ik schat tussen de 20 en de 30) er met een gedisciplineerde houding al keihard aan het werk zijn. Dit was bij verschillende werkgevers uit mijn arbeidscarrière wel anders. Vervolgens loop ik voorbij een kantoor waar een groep mannen in trainingspakken met elkaar aan het vergaderen zijn, ik neem aan dat dit trainers zijn. Ai…weer een aanname. Hoe dan ook, door het plaatje van iedereen in hetzelfde pak voel ik gelijk de samenhorigheid van deze groep. 

Dan volgt het kantoor van Ernest Faber. Ik stel me voor en verontschuldig me voor mijn te laat komen. Dhr. Faber vraagt me wat ik wil drinken. Kopje thee, gewone of groene? Groene uiteraard, gezondheid is hier op zijn plaats! Vervolgens geeft Faber aan dat we aan tafel kunnen zitten of in een zitje voor het raam. Ik vraag hem of hij voorkeur heeft, hij legt de keuze terug bij mij, ik ben gast. Ik voel de openheid en kies voor het zitje voor de raam. Vier lage fauteuiltjes en een klein tafeltje in het midden. Ik vraag me ondertussen af wat voor gesprekken hier nog meer plaatsvinden. Niet wetende dat ik later in het gesprek daar positief door verrast wordt.

Als Faber terugkomt met de thee ben ik me nog steeds schuldbewust van mijn te laat komen. Ik voel de behoefte nog even kort hierover iets te zeggen en draai daarmee het verhaal dat je niet zomaar binnenkomt op het complex. Faber vertelt dat ze voor iedereen open staan, het gebouw heeft daarom ook een transparante vormgeving, maar dat ze helaas ook wel eens ongewenst bezoek kregen en omdat ze de verantwoordelijkheid voor kinderen hebben hier zorgvuldig mee om willen gaan. Zorgvuldig met kinderen omgaan vind ik een mooie start van ons gesprek. 

Ik vraag wat Faber weet van de reden van mijn komst. “Hans van Breukelen heeft je doorverwezen en de rest vertel je me vast zelf”, is zijn antwoord. Ik besef me dat ik enorme mazzel heb dat Hans van Breukelen het mij gunt om te leren van deze topclub. 

Ik vertel dat ik nu 15 jaar werk met kinderen, jongeren, ouders en hun omgeving. Dat ik ontdekt het dat systemisch werken noodzakelijk is als je iemand in zijn of haar doel vooruit wil helpen. Bij talentontwikkeling kan en mag je de omgeving niet vergeten of uitwissen. Sterker nog, de omgeving is van invloed in het succes. Naast het gezin is het onderwijs zo’n belangrijke beïnvloeder voor het succes van kinderen. Ik zie nog te vaak dat deze beïnvloeding het tegenovergestelde bereikt. Talenten van kinderen blijven onbedoeld op de plank liggen, er gaat veel energie naar het aanpassen aan het systeem, wat vaak voor gedragsproblemen zorgt en er van échte ontwikkeling nog weinig sprake is. Dit met alle gevolgen van dien. Oók voor de leerkracht. Ze kunnen hun visie op kwalitatief goed onderwijs niet naar behoren uitvoeren, met frustratie en overbelasting tot gevolg. Je kunt het de leerkracht niet kwalijk nemen dat het ziekteverzuim hoog is. 

Ik wil me inzetten voor een innovatie in het onderwijs om een stimulerende omgeving voor kinderen én leerkrachten te creëren. Ik ben van mening dat de topsport hier al veel verder in is. Ik wil graag leren van wat de jeugdopleiding van PSV doet, om daarmee de vertaalslag naar het onderwijs te kunnen maken. 

Faber lijkt na mijn introductie geraakt in zijn ervaring m.b.t. onderwijs. Hij vertelt enthousiast over de internationale school, waar zijn kinderen onderwijs kregen. Hij vertelt dat ze daar door het hanteren van kleine klassen en meer mankracht in de klas, goed kijken naar de kernkwaliteit van het kind. Íeder kind heeft daar een voorbeeldfunctie voor de rest. Door te werken vanuit de kernkwaliteit van het kind, bouwt het kind zelfvertrouwen op en ligt er een basis om zich ook op andere vlakken te ontwikkelen. Een actieve samenwerking met ouders, wat een voorwaarde is om daar onderwijs te volgen, zorgt voor verbinding tussen school en thuis, waardoor een betere samenwerking mogelijk is. 
Faber vertelt over zijn dochter die in groep 6 of 7 de prognose mavo kreeg. Faber en zijn vrouw zagen thuis dat ze intellectueel talentvoller was als het toekomstbeeld wat school schetste. Ze gingen hierover in gesprek met school. Je kan tenslotte niet verwachten dat school alles ziet. Indien een kind zich wel thuis laat zien, maar niet op school is de samenwerking met ouders essentieel voor een acceleratie in talent. School pakte het verhaal van de ouders op en zijn zich opnieuw gaan richten op de kernkwaliteit van hun dochter, lezen. Dit had ook rennen, rekenen of sociale omgang kunnen zijn. Door lezen in te zetten als middel, en haar hier verder in te laten ontwikkelen, waarbij ze tegelijkertijd andere vaardigheden trainde (ze moest bijvoorbeeld lesgeven over lezen in lagere klassen), groeide haar zelfvertrouwen en had dit direct positief effect op andere leergebieden. Hun dochter ging op het voorgezet onderwijs naar het VWO, heeft deze succesvol afgerond en volgt nu een universitaire studie. 

Het verhaal van Faber raakt mij persoonlijk, ik herken het proces bij mijn eigen dochter die nu in de bovenbouw van het basisonderwijs zit. Het is daarnaast ook een bevestiging van mijn beeld over onderwijs. 

Na een tijd gesproken te hebben over Faber zijn persoonlijk ervaring met onderwijs, talent en succes stappen we in ons gesprek over naar de formule van de jeugdopleiding van PSV. Ik neem jullie mee in hoe de formule van betekenis kan zijn binnen ons reguliere onderwijs. 

“Bewustwording en zelfregulerende vaardigheden zijn de belangrijkste ingrediënten zijn voor succes.” Aldus Faber.

Bij Jong PSV hebben ze een systeem ontwikkeld waarbij de speler in het midden staat met een team van (interne en externe) specialisten om zich heen. Faber laat mij het model zien, waarbij opvalt dat naast fysieke en technische factoren er aandacht is voor lifestyle en mentale factoren. Ook plezier en concentratie krijgen een evenredig deel in de cirkel. Faber noemt het twee sturen, die de speler zelf in de hand heeft. “Dat doe je met fietsen ten slotte ook. Maar ook al kan ik fietsen, ik val er ook wel eens van af. Dan heb ik mijn familie nodig die me opvangt en me weer die fiets op helpt”. 

Ik ben geïnteresseerd in het model. Fysiek, medisch, tactisch, technisch, daar kan ik me (hoewel ik echt weinig verstand van voetbal heb) wel iets bij voorstellen met topsport. Hoe zit het met lifestyle, mentaal en teamontwikkeling? Faber vertelt dat ze spelers leren bewust te worden van zichzelf. “Iedereen kan omgaan met spanning, zolang je weet hoe je in elkaar zit en hierop reageert”. Zo leren ze bijvoorbeeld spelers te ontspannen, te visualiseren, hun rol in het elftal te ontdekken. Ter ondersteuning gebruiken ze hier persoonlijkheidstesten voor. 

Interessant… dus je persoonlijke ontwikkeling is van invloed hoe je omgaat met weerstand die je tegen komt in je weg naar succes en dus van invloed hoe je succes tot uiting komt. Die visie spreekt mij als master pedagoog wel aan.

Spelers krijgen bij binnenkomst (zijn dan een jaar of 10/11) een begeleidingsboekje wat ze bijhouden om meer over zichzelf te ontdekken en te ontdekken wat nodig is in de route naar topspeler bij PSV. 
“Wat hierbij helpt is dat we terug redeneren, het doel om in het 1e van PSV te komen is voor iedereen gelijk. We redeneren per leeftijdscategorie terug naar wat er dan nodig is aan houding, vaardigheden, kennis etc. om daar te komen. Om te monitoren hanteert de jeugdopleiding een lijst met drie kolommen; Typering, beschrijving en gedrag.

“Zo kunnen we inzichtelijk maken voor kinderen, ouders, trainers etc. wat nodig is om te komen tot doelen. Ook als is het doel nog ver weg. Dit gedrag is meetbaar. We meten kinderen niet gelijk in prestaties, wel op gedrag en voortgang. We filmen kinderen, om vooruitgang te kunnen meten, dat vinden ze zelf ook heel leuk om te zien.”

“Het doel van onze middelen is het ontwikkelen van zelfregulerende en zelf organiserende vaardigheden van kinderen. Dit is niet iets wat ze kunnen, nee dit moeten we ze leren. En dat leren we ze alleen door ook onszelf door te ontwikkelen.” Daarover straks meer. “Om dit voor elkaar te krijgen is het noodzakelijk dat er sprake is van intensieve begeleiding.” Als ik doorvraag op wat er hierin het meest belangrijk is, komt dat iedere keer op hetzelfde antwoord; 

AANDACHT EN INTERESSE!

Omdat het zo belangrijk is dat kinderen op alle gebieden op de juiste wijze support worden werkt PSV in de driehoek club, ouders, school.
De speler/leerling staat in het midden. Ouders dienen commitment te geven over het traject. Als pedagoog weet ik als geen ander hoe belangrijk dit is, ik ben blij verrast te horen dat de support van ouders zo’n prominente aandacht krijgt. “Hoe ziet die betrokkenheid eruit?” “Nou wij beginnen met een intake, vertellen wat we hier doen, maar belangrijker bespreken we waar het kind vandaan komt, hoe is de ontwikkeling gegaan, hoe ziet de samenstelling van het gezin eruit etc.” De mens is belangrijk dus de achtergrond moet je weten. Dit is de steun waarop een kind terugvalt, of niet en dan probeer je die zo te organiseren dat het talent toch de ruimte krijgt om door te ontwikkelen. “Daarnaast laten we kinderen 3 keer per jaar een pop-gesprek (pop=persoonlijk ontwikkelingsplan) voeren, met mij, zijn mentor hier en zijn ouders. De speler presenteert zelf hoe zijn ontwikkeling verloopt, wat hij geleerd heeft, waar je dat aan ziet en hoe hij zich verder gaat ontwikkelen. Dan geven wij ook feedback en gaan we opnieuw het commitment met de ouders aan voor de nieuwe doelen. Als er naast die 3 pop-gesprekken meer behoefte is bij ouders, of wij zien dat ouders meer contact nodig hebben om de juiste support te kunnen geven, dan roep ik ouders gewoon iedere 2 maanden bij me. Net wat nodig is om verder te komen.”

“Als we kinderen bij binnenkomst vragen waar ze goed in zijn, dan kunnen ze dat maar moeizaam benoemen. We laten kinderen middels een programma spelenderwijs ontdekken waar zijn of haar talent ligt en daar gaan we dan mee aan de slag. We gaan oefeningen op de talenten inzetten. 
Zo kreeg ik als jonge speler oefeningen gericht om mijn talent uit te breiden, korte passes, lange passes, afstanden rennen etc. Dat gaf een boost aan mijn zelfvertrouwen. Ik blonk er in uit, was een voorbeeld voor anderen en mocht er meer van doen. Later werden deze gecombineerd, waardoor ik meer uit mijn talent kon halen en mijn talent ook van betekenis werd voor het team. Ik kon rennen om de bal aan te nemen en een lange pass geven. Ik had het daarbij ook nodig dat anderen om me heen hun talent inzette waar ik op terug kon vallen. Zo stond Hans van Breukelen achter mij met zijn talent en kon ik daarop vertrouwen.” Dus inzicht in de talenten van anderen en weten hoe hier gebruik van te maken helpt hier ook bij concludeer ik.

“Bouwen aan zelfvertrouwen, dan oefenen, dan pas wedstrijden. De weerstand wordt langzaam opgebouwd, waarmee het zelfvertrouwen blijft staan en ook in moeilijkere situaties het talent tot ontplooiing kon komen.” Deze vind ik interessant…. 

Hoe kunnen we in het onderwijs talent meer leidend laten zijn, het zelfvertrouwen laten groeien en de weerstand (die er voor sommige kinderen al direct is) stapsgewijs opbouwen?

“Op het veld vertellen kinderen alles. Ze doen daar wat ze leuk vinden waardoor hun hart opent, ze vertellen dan alles wat in ze omgaat. Waar ze blij van worden, of papa en mama lief zijn voor hen en voor elkaar, waar ze van wakker liggen etc. Dan ontstaat er écht contact.” 

Het doet met denken aan de basisbehoeften van de mens, autonomie, competentie en relatie (Deci & Ryan, 2002). De wil om profvoetballer te worden staat voor autonomie, werken vanuit talent is de competentie en het échte contact de relatie. 

PSV weet de drie basisbehoeften samen te brengen waardoor talent tot ontplooiing komt. Ik hoeverre slagen we in het onderwijs in de bevrediging van de drie basisbehoeften?

Faber is van mening dat je op het onderwijs niet moet bezuinigen, hij pleit voor meer leerkrachten in de klas. Er is van maatwerk geen sprake als je alles bij moet zetten om de klas een beetje in het gareel te houden, je geeft ze hooguit wat sociale vaardigheden mee. Je kunt leerkrachten niet kwalijk nemen dat ze het talent niet kunnen laten bloeien als ze niet gefaciliteerd worden om maatwerk te leveren.” 

Ontbreekt het onbedoeld en ongewild aan voldoende aandacht en interesse voor de leerling én niet te vergeten ook voor de leerkracht?

Faber vertelt me nog dat hij niet alles kan. Ze werken met specialisten die beter zijn in iets dan anderen, waarbij hij zoekt naar mensen om zich heen die beter zijn als degene die ze al hebben. Die mensen mogen alleen datgene uitvoeren daar waar ze zo goed in zijn. “Daarmee trek ik mezelf ook weer op”, voegt Faber eraan toe. 

Ik besef me dat dit het een mate van zelfvertrouwen en zelfreflectie vraagt om bij een ander te rade te gaan. 

Hoe zit het met het zelfvertrouwen en de zelfkennis van ons Nederlands onderwijspersoneel? En de weinig heterogene samenstelling van personeel in het onderwijs?

Wat wij bij PSV echt nog kunnen verbeteren is elkaar aanspreken op gedrag. Dat doen we echt te weinig.” Daar ben ik het los van PSV roerend mee eens! 

Tot slot het PSV-fundament 3.0 voor de toekomst; 
“Het individu (speler en trainer) optimaal ontwikkelen & begeleiden in een unieke en uitdagende leeromgeving” 

Niet alleen de speler maar ook het personeel ontwikkelt zich voortdurend door. Dit is voorbeeldgedrag. Als je iets wil zien bij een kind, dien je het voorbeeld te laten zien. “Dan ontstaat er vanzelf kuddegedrag.”

De trainer(ofwel de leerkracht) opgenomen in het fundament als onderwerp, doen we dat in de doelstellingen van het onderwijs al?

“Als je met al deze kennis en ervaring nou iets mag bedenken wat het onderwijs kan verbeteren in het belang van talentontwikkeling, wat zou dat zijn, zonder dat er extra geld beschikbaar is?” Fabers antwoord; “De juiste mensen op de juiste plek. De juiste zijn niet altijd de beste en andersom.”

Er blijven bij mij na afloop een drietal vragen hangen rondom het thema aandacht en interesse als kracht voor topprestaties;
  • Kunnen kinderen met grote verschillen in een heterogene groep, met 1 en dezelfde leerkracht voor de klas een keuze maken in met wie ze de klik voelen, door wie ze zich gezien voelen en wie hen het meest begrijpt? En kunnen we tegelijkertijd van leerkrachten verwachten die échte aandacht te kunnen geven in klassen met 30 kinderen?
  • Hoe zorgen we voor de juiste mensen op de juiste plek in het onderwijs?
  • Is de meetbaarheid van het onderwijs te buigen van prestaties naar succes voorspelbare gedragskenmerken?
Ik blijf achter met bakken aan ideeën voor het onderwijs, gevoed door vertwijfelende gedachten dat de prestaties van de huidige leerling misschien wel enkel positieve bijvangst is……………of juíst een gemiste strafschop.

Een vertaalslag maken van de succesformule binnen de topsport naar het onderwijs, ik zie kansen! Ook zonder direct geld te investeren. 

Mijn vraag aan jullie:

  • Wat zouden jullie voor kinderen in het onderwijs op de plaats van PSV zetten in de driehoek?
  • Wie uit de onderwijssector wil out of the box het gesprek aan over hoe we een kanteling kunnen maken in het belang van leerlingen én onderwijspersoneel?
Ik lees met aandacht jullie reacties hieronder; 

Share by: